Hannah van der Bles – Vanaf september 2014 zijn universiteiten niet meer verplicht een zogenaamde ‘doorstroommaster’ aan te bieden. Dit is een master waar de enige toegangseis, in ons geval, een bachelor geschiedenis is. Denk hierbij aan de master Geschiedenis, Militaire geschiedenis of Amerikanistiek. Het staat universiteiten volgend jaar dus vrij deze masters selectief te maken en er ingangseisen aan te verbinden. Het gevolg? ‘Slechte’ studenten kunnen buiten de boot vallen. Eindeloos vindt het kwalijk dat er over deze ingrijpende maatregel nog niet bericht is binnen de faculteit. Want de vraag hoe de universiteiten nu daadwerkelijk gaan veranderen, is tot nu toe onbeantwoord gebleven. Hans van Rossum, Hoofd onderwijs van de afdeling Geschiedenis, vertelt meer.
“Vooropgesteld staat nog niets vast over de aanpak van het nieuwe masterbeleid aan de Faculteit der Geesteswetenschappen. Wel staat vast dat alle masters geschiedenis selectief zullen worden. Het is bestuurlijk gezien onmogelijk om het beleid in 2014 al te wijzingen en door te voeren: veranderingen zullen dus ingaan in het studiejaar 2015-2016.” Maar Van Rossum heeft wel zijn ideeën over de oplossing die universiteiten zullen bieden. “ Om te zorgen dat er ook masters blijven bestaan waar iedereen met de juiste bachelor zich voor in kan schrijven, zullen de colleges van bestuur van de verschillende Nederlandse universiteiten rond de tafel gaan zitten. Ze willen zorgen dat elke masteropleiding landelijk ieder geval één master aanbiedt waar iedereen met de juiste bachelor wordt toegelaten. Dit kan uitdraaien op een potje kwartetten, waarin masters uitgewisseld worden. Zo houdt elke faculteit minimaal één niet-selectieve master over.” Dit wordt in de wandelgangen nu al ‘het afvoerputje’ genoemd: hier gaan de slechte studenten heen.
Binnen de opleiding Geschiedenis heerst onder sommige docenten al langer het idee dat meer masters selectief moeten worden. “De master Militaire geschiedenis draait bijvoorbeeld op twee bijzonder hoogleraren. Om toch een vol programma aan te bieden, worden er extra docenten ingehuurd. Hetzelfde geldt voor American Studies en Holocaust Studies. De toestroom van studenten kan dan te groot zijn voor het aantal wat de masteropleiding in kwestie eigenlijk aankan. Ook is het bij een vrije aanmelding lang onzeker hoeveel studenten uiteindelijk de master zullen volgen. Bij een vrije aanmelding kan het zijn dat een aantal studenten zich bedenken, toch een andere master gaan doen of hun bachelor niet halen. Zo kan het zijn dat er nog een tweede werkgroep ingericht moet worden: iets wat moeilijk haalbaar is met de kleine bezetting aan docenten en daarbij veel geld kost..” Kortom, door een master selectief te maken kun je de groep en zo ook de kosten inperken.
Hoe de selectie eruit zal zien, is ook nog niet duidelijk. Hier kan gekeken worden naar cijfergemiddelde, studieduur en motivatie. Van Rossums persoonlijke opvatting is dat een 7 gemiddeld wellicht vrij hoog is. “Vaak kunnen studenten met een gemiddelde van een 6,5 zo’n master net zo goed volgen.” Selectie bij een master heeft volgens Van Rossum een groot voordeel: “Studenten die jaren over hun bachelor doen en uiteindelijk met hakken over de sloot hun diploma halen, vallen dan af. Vaak is het voor hen toch beter om na hun bachelor meteen te gaan werken. Bachelors en masters worden vaak als één opleiding gezien, terwijl het eigenlijk twee opleidingen zijn. Vandaar dat bijna alle studenten kiezen voor een master: iets wat niet per se nodig is.”
Maar wat zijn de gevolgen voor de student? Niets staat nog vast, dus dit is moeilijk te overzien. Wel zijn er enkele scenario’s mogelijk. Wanneer jij een vlijtige student bent met een redelijk cijfergemiddelde en niet al te veel uitloop, zit je waarschijnlijk wel goed. Maar wat als je al 5 jaar over je bachelor doet of gemiddeld een 6 staat? Dan is er een grote kans dat je niet toegelaten wordt tot een master in Amsterdam. Het zou er dan op uit kunnen draaien dat je voor een Master Geschiedenis gedoemd bent naar Groningen of Nijmegen te gaan. Vervolgens heb je een master gevolgd die ‘een afvoerputje’ wordt genoemd: wát een boost voor je cv. Een ander gevaar is dat de selectie te streng wordt, waardoor een grotere groep studenten alleen zijn bachelor behaalt: tegenwoordig ook geen goede binnenkomer op de arbeidsmarkt. Daarbij is het vreemd dat de afdeling Geschiedenis het behalen van haar eigen bachelor niet goed genoeg meer acht voor een master. Is het doorstaan van de bachelorperiode immers niet het bewijs dat je de studie aan kan? Eindeloos ziet de te nemen besluiten met argwaan tegemoet.