Te veel onbenullen, te weinig verleden

Requiem voor het NHM – hoe links kon een hobby zijn?

Clara van de Wiel – De kogel is door de kerk. Op vrijdag 29 oktober maakte de kakelverse staatssecretaris van Cultuur Halbe Zijlstra bekend dat het nieuwe gebouw voor het Nationaal Historisch Museum in Arnhem er definitief niet komt. Na jaren van gebakkelei over noodzaak, locatie, opzet en financiering lijkt deze linkse hobby bij uitstek nu een gewisse dood te sterven. Moeten wij betrokken historici dit erg vinden? Of schept deze wending juist nieuwe mogelijkheden?


Berucht NHM-watcher Jouke Turpijn is duidelijk in zijn oordeel: ‘Het viel te verwachten dat het NHM geen gebouw zou krijgen. Al vanaf het begin is het NHM inzet van een ultiem vervelend debat geweest, waarbij te veel onbenullen over elkaar heen vielen en het bijna nooit over het verleden van Nederland ging.’ De locatie in Arnhem, die toenmalig minister Plasterk na een twijfelachtige wedstrijd verkoos boven favorieten als Den Haag en Amsterdam, riep al veel weerstand op. Daarbij kwam de benoeming van een directie die op z’n zachtst gezegd niet in alle gelederen op even veel steun kon rekenen. Turpijn: ‘Het project had al de reputatie politiek gekleurd te zijn, maar met Atzo Nicolai als voorzitter van de Raad van Toezicht erbij werd dat nog veel erger. Er was toen bovendien geen chemie tussen de directie en het Openluchtmuseum, de historici en de erfgoedwereld.’ Een gênante discussie over een te dure parkeergarage maakte de NHM-tragedie compleet. Opvallend is bovendien dat de veel bekritiseerde directeur Erik Schilp een aantal weken geleden zelf al op de zaken vooruit liep. Hij zei in een interview het onlogisch te vinden wanneer het NHM bij de harde bezuinigingen buiten schot zou blijven. Witter kan de vlag der overgave amper zijn. Je zou er bijna opgelucht van adem halen: dat is in ieder geval een zorg minder.

Toch betreurt Turpijn het genomen besluit. ‘Het is jammer dat zo’n suffe Metallicafan als Zijlstra met een enkele pennenstreek het plan de grond in boort; zonder dat hij door enige vorm van kennis van zaken gehinderd wordt.’ Ook bij de politieke partijen werd geschokt gereageerd. Vooral in de SP, waarvan voormalig fractievoorzitter Jan Marijnissen ooit initiatiefnemer van het project was, is men ontsteld. Emile Roemer spreekt van ‘het afpakken van alles wat van het volk is’. Ook de PvdA komt opvallend genoeg ineens met het verwijt van ‘het om zeep helpen van de eigen wortels.’

Is alles nu werkelijk verloren? Blijft het volk voortaan in onwetendheid over de Vaderlandsche Geschiedenis? Zo’n vaart hoeft het waarschijnlijk niet te lopen. Het NHM blijft bestaan als organisatie die subsidie ontvangt voor het vergroten van het historisch bewustzijn. Het in kekke witte t-shirts gehulde promo-team van ‘inNL’ zal dus nog wel even op de historische feesten en partijen in den lande blijven verschijnen. Schilp hoopt daarbij met behulp van de private sector bovendien een vervangend pand te kunnen betrekken. Dat daarvoor reeds de naam van het gebouw van het ‘DSB-museum’ in Opmeer wordt genoemd is eigenlijk al te ironisch om er überhaupt nog grappen over te hoeven maken. Ook Turpijn ziet nog wel mogelijkheden: ‘Het NHM zal wel een soort van Anno-plus, en het Rijksmuseum het Nationaal Historisch Museum worden. Ik zou het trouwens nog het beste vinden als het NHM het P.C. Hoofthuis overneemt zodra wij hier weggaan; ze mogen het wat mij betreft gratis hebben en in de zaaltjes kan je vast mooie canonvensters bouwen.’

NB: Vlak voor het ter perse gaan van de Eindeloos is bekend geworden dat het NHM er wel gaat komen, en wel in de Zuiderkerk in ons eigen Amsterdam.

Plaats een reactie